De voortvarendheid waarmee de NGK / GKV hiermee aan de slag is, is namelijk niet vanzelfsprekend. Ik weet bijvoorbeeld dat veranderingen als andere instrumenten dan het orgel in de dienst en meer openheid voor de Heilige Geest een jaar of 10 geduurd hebben voordat ze echt voet aan de grond kregen. En dat terwijl die ontwikkeling al jaren zichtbaar was in de evangelische en pinkstergemeentes.
Eerst werd deze verandering gewoon tegengehouden, en waren er een paar mensen in de gemeente die het op hun hart hadden. Later kwam er iets meer ruimte en verenigden die mensen zich in een klein hoekje in de gemeente waar ze hun alternatieve ding deden. Toen deze onderwerpen de brede gemeente en de zondagse dienst begonnen te raken werd het verzet weer heel tastbaar, maar kreeg het zijn eigen plek in de gemeente. Dit tot het punt dat het de laatste jaren echt gemeengoed is geworden, hoewel er natuurlijk altijd verschillende gezichtspunten blijven in een gemeente. Gelukkig maar, diversiteit is tenslotte een zegen.
Ervaringen met veranderingen
Maar dit hele verhaal roept wel een vraag op: Hoe kan het zijn dat de NGK / GKV zo voortvarend aan de slag is met missionair gemeente zijn, als eerdere veranderingen zo langzaam verliepen? Hier kunnen natuurlijk verschillende redenen voor zijn, maar een van de dingen die ik zie is dat deze verandering goed past bij de identiteit van de deze gemeentes. Ik zal dit verder toelichten.
Het prettige aan deze denominaties heb ik zelf altijd gevonden de evenwichtigheid in hun theologische benadering: het leven en geloof is niet altijd zwaar op de hand en ook niet altijd boven op een wolk. De theopraxis van de NGK zou ik samenvatten met enerzijds ora et labora, een nadruk op dienstbaarheid en eenvoud, en anderzijds doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg.
Van hieruit was bijvoorbeeld de muzikale verandering in de eredienst en de verandering om meer met de Heilige Geest te gaan doen wat moeizaam. Zou het niet leiden tot allerhande uitspattingen? Moeten we dat wel toestaan? Kortom, koudwatervrees alom. Maar ook iets verder op als men wel met deze zaken aan de slag ging de wijsheid om te zeggen dat deze veranderingen niet snel hoeven te gaan, dat het goed is als de gemeente er de tijd voor neemt en een ieder zich er in kan herkennen. Het besef dat hierin tijd nodig was om met elkaar te groeien.
Verandering naar missionair gemeente zijn
Het missionair gemeente zijn lijkt juist een verandering die deze gemeente op het lijf geschreven is. Dit vind niet alleen ik, maar Alrik Vos beschrijft dit ook van binnen uit de NGK dat het missionair gemeente zijn goed aansluit bij de identiteit van de NGK. Bij de theopraxis van in alle eenvoud dienstbaar zijn voor een ander in gemeenschap. Ik zie dat deze nieuwe stroming van organisch missionair gemeente zijn goed aansluit bij de theologie en theopraxis van de NGK gemeentes, en ze daarom nu daar voortvarend mee aan de slag is gegaan. Dan blijft de vraag waarom ik dit toch zo interessant vind om allemaal te behandelen? Wat kunnen we er van leren?
1. Je wordt wie je bent; het hart overleeft in de tijd
Het mooie aan dit verhaal over de NGK vind ik dat het een principe illustreert dat heel belangrijk is bij het starten van organische missionaire huisgemeentes. Een principe dat ik bij de start van alle Jesus Freaks groepen en andere initiatieven waar ik bij betrokken ben geweest terug zie komen. Het principe dat je doet zeggen: bezint eer ge begint, en vooral met wie je begint. Het principe is dat die paar mensen met wie je een groep start, die hebben op dat moment een bepaalde binding met elkaar. Ik noem dat het hart van de groep.
Het hart van de NGK is hun ora et labora, eenvoud en dienstbaarheid. Wat ik geleerd heb met name in mijn ervaring binnen huisgemeentes is dat dit hart doorgaat de tijd in, ook al zou je zelf weg gaan. Dit komt doordat dat eerste groepje wat bij elkaar kwam gaat andere mensen aantrekken. Mensen komen af op je enthousiasme en komen een avond kijken. Die mensen die blijven zijn de mensen die zich herkennen in het hart van je groepje. Die worden aangeraakt en blijven terugkomen. Zij zullen ook weer andere mensen uitnodigen en vertellen waar het hart van de groep over gaat.
Zo zeiden veel mensen aan het eind van hun eerste Jesus Freaks avond dat het voelde als thuiskomen. Dat gold voor alle groepen. Maar daarnaast had iedere groep ook een eigen hart, de een een passie voor de wijk, de ander een hart voor jongeren in de alternatieve cultuur, weer een ander voor vrijheid in vorm ten opzichte van de traditionele kerk. Die identiteit is wat anderen aantrekt, die identiteit is wat samenbindt en wat overleeft ondanks dat er mensen bij komen en vertrekken.
Dat is waarom het zinvol is als je een huisgemeente wil starten, om met die paar mensen waar je mee begint eens een keer met elkaar te praten over: Waar zijn wij van, en waar willen wij van zijn? Waar hebben we hart voor, en vinden we het waardevol van dat dat hart de tijd gaat overleven?
2. Eerst relatie
Een van de dingen die ik als jongere vaak ervaren heb in de NGK is dat de kerk zo ver af stond van de samenleving. De activiteiten die de kerk organiseerde waren alleen geschikt voor christenen, niet voor rand- en ongelovigen. In deze initiatieven, en zoals Alrik de kern daarvan heel treffend beschrijft obv de ervaringen in Sheffield, zien we dat deze traditionele denominatie de handvatten begint te vinden om de brug met de bredere samenleving weer te gaan slaan. Dat is fantastisch nieuws. Die handvatten voor organische relationele evangelisatie zien er ongeveer als volgt uit:
- Organische relationele evangelisatie
- Eerst gebed
Ik heb heel wat missionaire en gemeentestichtingstrainingen, seminars en conferenties gevolgd inmiddels, en je kunt er ontzettend veel mooie en leerzame dingen over zeggen en leren. Maar uiteindelijk zie je dat gebed het belangrijkste instrument is om de gemeente uit te laten gaan naar de wereld en daarin vrucht te laten dragen. Aanvullend op dat gebed gaat God ons de ogen openen voor de ander en zegent hij ons. - Dan relatie
Wat echter mensen met het evangelie bereikt is, zoals Alrik heel treffend beschrijft obv de ervaringen in Sheffield, niet de activiteiten / werken die we doen maar de relatie die je met die ander hebt. Daarbinnen worden mensen geraakt door het evangelie. - Dan activiteiten
Toen we met Jesus Freaks in Nederland begonnen zijn, is dat ook ontstaan vanuit een periode van gebed, waarna we zijn gaan bouwen aan relaties en gemeenschap om pas veel later te kijken om misschien ook wat activiteiten te ondernemen.
- Eerst gebed
- Activiteit gebaseerde evangelisatie
De modus operandi van evangelisatie in eigen land is veelal precies andersom geweest: eerst activiteiten organiseren om mensen te bereiken en vandaaruit relaties laten ontstaan, en tot slot mensen overtuigen met het geloof. Zoals Mike Breen heel terecht daarover aangeeft worden beide kanten dan vaak zo in beslag genomen door de activiteiten dat de relatie zich niet verdiept. De relatie blijft dan meer op het niveau van de activiteit dan dat het persoonlijk wordt. Hoewel dit verschil op het eerste gezicht niet zo belangrijk lijkt, is het in de praktijk een fundamenteel verschil in de manier waarop de relatie gevormd wordt. Het is namelijk die persoonlijke relatie, de openheid, het vertrouwen en wederzijds respect daarbinnen dat de voedingsbodem is om tot wederzijdse persoonlijke beïnvloeding te komen waarin je aan een ander kunt laten zien wat Jezus in jouw leven betekend. - Op overtuigen (cognitie) gebaseerde evangelisatie
Ook is deze modus operandi vaak geweest om direct met de boodschap te komen zonder aandacht te hebben voor de context van de relatie. Zo wordt bijvoorbeeld evangelisatie middels oordeelsprediking in de winkelstraat ook nog steeds aangemoedigd. Hoewel deze vorm in sommige situaties bij sommige individuen het meest effectief is, vind ik zelf het nadeel van deze vorm: - Dat ik me er altijd door afgestoten heb gevoeld toen ik zelf niet geloofde, het heeft mij niet bereikt
- En dat het een enorme barriere opwerpt voor evangelisatie omdat het overgrote deel van de mensen zich eenvoudig weg niet in staat ziet om dit te doen.
De meeste mensen komen in Nederland tot geloof via relaties (bijna 70 procent van de toetreders).Nu wordt in dit artikel 70% genoemd, ik had zelf 80% gehoord en in het boek Vriendschapsevangelisatie wordt zelfs 99% genoemd. Het punt is niet het exacte percentage, het punt is dat veruit de meeste mensen tot geloof komen door middel van directe diepgaande relaties waarbinnen op een veilige manier openheid en wederzijdse beinvloeding plaats kan vinden. Dat is waarom missionair organisch christen zijn zo ontzettend relevant is vandaag de dag:
- Daar wij relaties slaan in de samenleving brengt het het christelijk geloof weer terug in de samenleving
- Op een manier waarmee anderen ook echt bereikt kunnen worden.
- Op een manier die natuurlijk, authentiek en organisch is voor mensen aan beide kanten en waarschijnlijk daarom in het verleden vaak heeft gewerkt
- Met een vorm van evangelisatie die een zeer lage drempel heeft, die voor (bijna) iedereen haalbaar, natuurlijk en leuk is om te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten