Markus 4:
26 En hij zei: ‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: 27 hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. 28 De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. 29 Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’
Wat kunnen we van deze tekst leren met betrekking tot het planten van een kerk of gemeente?
Ik stond er bij stil dat deze tekst ook gaat over de geestelijke oogst, over hoe God zijn kerk ziet groeien, dat wat wij Church planting noemen. Onze aanpak wijkt vaak af van wat er in deze tekst staat:
- We denken meteen aan de noodzaak voor een gebouw, of allerhande praktische problemen die nodig zouden zijn voor een gemeente.
- We hebben de neiging het proces in de hand te willen houden. We benaderen het dan als het bouwen van een gebouw; we maken een plan, een ontwerp, managen de uitvoering om tot het gewenste resultaat te komen.
Onze aanpak werpt de volgende drempels op:
- De lat wordt (te) hoog om van start te gaan. Het gevaar bestaat dat we helemaal niet beginnen omdat we de investering in tijd / geld niet kunnen maken.
- We gaan dingen managen die we niet in de hand hebben, dit kan groei juist beperken. Ook maakt het dat we druk zijn, het vult onze agenda.
Wat kunnen we dan leren van deze tekst?
- Dat we vooral opgeroepen worden om te zaaien. Het geestelijke zaaien is het uitleven van je discipelschap (volgeling zijn van Jezus) in woord en daad. Als je woorden lastig vind, laat dan je daden spreken en andersom. Kies de vorm die bij je past.
- Dat we niet weten hoe het groeiproces plaatsvindt. De manier, de tijd, en de plaats is niet aan ons. Daarom hoeven we dit ook niet in de hand te houden. Het zaaien mogen we intentioneel doen, het oogsten als de tijd rijp is. Het groeien, de tijd, snelheid en de manier waarop, is echter voorbehouden aan God.
Een verhaal uit mijn eigen ervaring illustreert de kern van deze tekst heel mooi. In 2005 ben ik tijdens een werkvakantie van Livingstone in Zuid Afrika bij een boer geweest die leefde op 1000 meter hoogte op een boerderij op een vlakte. De dichtstbijzijnde dokter was op 170 kilometer afstand, de dichtsbijzijnde buurman op enkele tientallen kilometers. Die boer had een groot huis met vele slaapkamers. Hij vertelde dat als mensen in dit gebied reisden ze automatisch bij hem langskwamen en vaak ook meerdere dagen bij hem verbleven. Hij vertelde dat de mensen vaak tijdens het verblijf heel veel sliepen. Dit omdat de de ijle lucht op 1000 meter hoogte het lichaam om een aanpassingsproces vraagt waardoor mensen heel slaperig werden. Door het vele slapen kwamen mensen in die paar dagen vaak echt tot rust. Door dit proces kwamen vaak persoonlijke problemen, angsten en stress naarboven waardoor die boer vaak in de dagen dat er gasten verbleven diepe persoonlijke gesprekken met hun gasten had. In deze persoonlijke gesprekken was voor hem vaak de ruimte om te vertellen wat Jezus in zijn leven betekend en hij zag vaak dat mensen daardoor aangeraakt werden. Hij zag dit als de manier waarop hij met zijn discipelschap van Jezus een voorbeeld kon zijn voor anderen. De manier waarop hij kon evangeliseren dus. Hij vond het heel bijzonder dat hij op deze bijzondere plek deze bijzondere momenten in het leven van mensen kon delen.
Wel ervaarde hij een beperking in deze dingen. Hij vertelde dat ze in het gebied nog bezig waren om uit te vinden hoe ze daar telefoon en internet konden krijgen. Dat hij altijd nog ver weg moest gaan als hij wilde bellen of internetten. Ze wilden een eigen zendmast in de regio, maar dat was tot op heden nog niet gelukt. De plek was dus praktisch afgesloten van de buitenwereld. Dit betekende dat zodra gasten na een aantal dagen vertrokken het contact ook automatisch verbroken was. Daarom wisten ze eigenlijk nooit hoe het verder ging en hoe het uiteindelijk afliep met de mensen die bij hun verbleven hadden en met wie ze over Jezus gedeeld hadden. De boer vertelde dit jammer te vinden. Hij ervoer het echter zo dat God hem geroepen had om te zaaien, en misschien een andere persoon of op een ander moment om te oogsten. Hij zei dat hij geloofde dat de zaadjes die hij plantte met de mensen mee zouden gaan en hij op God vertrouwde voor het groeiproces en de oogst. Hij zei dat hij geleerd had te genieten van het zaaien, en niet gefixeerd te zijn op de oogst. Hij vertelde dat God hem daarin zeer veel voldoening en zegening had gegeven.
Vandaag werd ik door deze tekst uit Markus 4 weer stilgezet bij dit verhaal en bij hoe eenvoudig de dingen kunnen zijn als we zelf de lat niet te hoog leggen. Hoeveel overbelasting ik zie in gemeentes waar teveel aandacht naar het groeiproces gaat, naar de dingen die we zelf niet in de hand hebben. En hoe weinig energie er dan overblijft om te doen waar we toe geroepen zijn. Een inspirerende aanmoediging om te gaan zaaien is deze tekst. Om alleen te oogsten als de oogst daar is. Om te genieten van de voldoening van het zaaien, en ons te verwonderen over de oogst en de voorafgegane groei.
1 opmerking:
Prachtig, ik wist niets van die boer!
Een reactie posten